Sportvasten levert je een enorme gezondheidswinst op en een lager risico op vrijwel alle Westerse ziektebeelden. Je suikerstofwisseling verbetert, je cholesterol daalt, je bloeddruk daalt in veel gevallen, allergieën kunnen verbeteren, je stemming wordt beter en uiteraard krijg of handhaaf je een gezonder gewicht.

Sportvasten algemeen

In de afgelopen decennia is ons voedingspatroon en onze leefwijze aanzienlijk veranderd. We zijn meer suikers en koolhydraten gaan eten en we zijn veel minder fysiek werk gaan doen. Het gevolg hiervan is dat ons lichaam steeds voor de gemakkelijke energiebronnen kiest namelijk suikers. Deze zijn in het lichaam altijd in overvloed voorradig. Het gevolg is dat we de energiebron voor langdurig gebruik “ de vetverbranding” steeds minder gebruiken en als het suiker in ons bloed op is, zijn we vermoeid en slap en willen we weer (suikers) eten. Daar eten we dan te veel van waardoor de suikers weer omgezet worden in vetten  en deze vetten slaan we op waardoor we weer zwaarder worden. Door de switch naar de vetverbranding, maken we vaker en langer gebruik van de minder gemakkelijke energie voorziening, houden we een meer stabiel suikerniveau in ons lichaam en krijgen we minder snel trek (in suikers). We gaan minder overbodig eten en blijven slanker.

Het Sportvasten werkingsmechanisme

Vanuit wetenschappelijk onderzoek weten we dat personen waarvan de spieren vooral goed zijn in het verbranden van vet (zoals duursporters), over het algemeen slanker, vitaler en gezonder zijn. Daarbij komt dat ze vaak minder last hebben van overgewicht of gezondheidsproblemen als gevolg van de Westerse levensstijl en voedingsgewoonten.

Door de specifieke combinatie van sporten, vasten en het gebruik van bepaalde voedingssupplementen kan de stofwisseling zodanig beïnvloed worden, dat het verbranden van vet door de spieren wordt gestimuleerd. Zogenaamde type-2A spiervezels switchen dan van suiker- naar vetverbranding. Bij het maken van deze switch produceert het lichaam bepaalde hormonen en worden genen zodanig beïnvloed, dat de stofwisseling in het hele lichaam verandert. De betreffende genen zijn zogenaamde oergenen die mens en dier in staat stellen om in perioden van voedselschaarste toch op voedsel te kunnen jagen. Door de maatschappelijke veranderingen en huidige eet- en leefgewoonten wordt er nauwelijks nog een beroep gedaan op deze nuttige en beschermende oergenen.

De oergenen en hormonen zorgen er samen voor dat het lichaam extra mitochondriën (de vetverbrandingsfabriekjes in de cel) gaat aanmaken en dat de verbranding van vetten verder gestimuleerd wordt. De energieproductie uit suiker en vet zal hierdoor beter in balans komen. Als gevolg hiervan wordt het lichaam slanker, neemt de behoefte aan suiker af en zal derhalve ook de druk op het insulinesysteem verminderen. Want wanneer spieren voornamelijk zijn ingesteld op het verbranden van suiker, veroorzaakt dit een sterk wisselende suikerspiegel met een sterkere behoefte aan suiker houdende voeding. Dit zorgt weer voor een grote druk op het insulinesysteem.